• darkblurbg

Introductiegesprek

Voorafgaand of aan het begin van de opleiding heb je een introductiegesprek met je hoofdopleider. Het doel van dit gesprek is om concrete afspraken te maken tussen jou en je hoofdopleider over de wederzijdse verwachtingen van de opleidingsactiviteiten in relatie tot je leerdoelen. Wanneer relevant, worden op grond van eerder verworven competenties (EVC) ook de mogelijkheden besproken voor vrijstelling voor bepaalde onderdelen in de opleiding. Afspraken die je hierover maakt, vormen onderdeel van je IOP.

Formele feedbackgesprekken

De formele feedback vindt plaats door de opleider tijdens de voortgangsgesprekken op basis van de informatie met betrekking tot de voortgang van je ontwikkeling. Bronnen hiervoor zijn: de informatie die je hebt verzameld in je e-portfolio, je geactualiseerde IOP, en de input vanuit de gehele opleidingsgroep.

Voortgangs -en beoordelingsgesprekken

De regionale opleiding volgt de cyclus rond voortgangs- en beoordelingsgesprekken zoals is aangegeven in NEURON2. De voortgangs- en beoordelingsgesprekken voer je met je hoofdopleider of de plaatsvervangend opleider.

Stagegesprekken

Als je aan een nieuwe stage begint, bespreek je met je stagecoördinator  aan welke leerdoelen je gaat werken, hoe je dat gaat doen en welke ondersteuning je daarbij nodig hebt. Afspraken over de planning en de invulling van je stage en over de stagegesprekken die je gaat voeren leg je vast in je IOP. Tussentijds en aan het eind van de stage bespreek je de voortgang met je stagecoördinator.  Nieuwe afspraken neem je weer op in je IOP. Tijdens stages op andere locaties dan de kliniek waar je de opleiding gestart bent, voer je de stagegesprekken met de lokale opleider.

Geschiktheidsbeoordeling en eindbeoordeling

Aan het einde van elk opleidingsjaar bepaalt je hoofdopleider in overleg met de leden van de opleidingsgroep of je geschikt en bekwaam genoeg bent om de opleiding te vervolgen. Dit is de zogenoemde ‘geschiktheidsbeoordeling’. Het oordeel moet logischerwijs voortvloeien uit de voortgangsgesprekken en de documentatie in het portfolio. Aan het einde van de opleiding bepaalt je hoofdopleider of je geregistreerd kunt worden als neuroloog (met het profiel algemene neurologie, klinische neurofysiologie of kinderneurologie). Je hebt dan je bekwaamheid in alle onderdelen van de opleiding aangetoond.

 

 

 

Overdracht naar de vervolgkliniek

Als je voor onderdelen van je opleiding naar een andere kliniek gaat, bespreek je in het introductiegesprek met de opleider van de andere kliniek:

  • Globale weergave van je ontwikkeling in de opleiding
  • Welke bekwaamverklaringen je hebt
  • Welke leer- en ontwikkelpunten je meeneemt naar je werk in deze kliniek

Afspraken die je maakt over de invulling van je leer- en ontwikkelpunten neem je op in je IOP. De samenvattingspagina van het e-portfolio, die ook is in te zien door de opleider in de andere kliniek, vormt het overdrachtsdocument. Zo nodig hebben betrokken opleiders nog een aanvullende mondelinge overdracht in het kader van je overgang naar de vervolgkliniek.

In RONA is afgesproken dat je nieuwe opleider je komst en je leerdoelen introduceert bij de staf. Daarbij geeft de opleider ook aan over welke bekwaamverklaringen je beschikt. Je gaat met dit bekwaamheidsniveau aan het werk. Een bekwaamverklaring verkregen in een van de in RONA participerende klinieken is ook geldig in de andere klinieken. Daarbij wordt een overgangsperiode aangehouden. Gedurende de eerste 4 weken die je in een kliniek werkt, kijken we samen (aios en opleidingsgroep) of er gezien de omstandigheden of het niveau van complexiteit in deze kliniek tijdelijk aanpassing van bekwaamheidsniveau of extra ondersteuning noodzakelijk is. Wanneer in deze periode geen bezwaren naar voren worden gebracht zijn je bekwaamverklaringen daarmee bevestigd.

Vragen over de opleiding neurologie in RONA?

Neem contact op met onze RONA infopunt. Je kunt met ons bellen, mailen of het contactformulier invullen.

Wij helpen je graag verder!